Concert in passietijd – Flothuis en Van Steenberge

Heeft u ooit de Solo cellosonate van Marius Flothuis gehoord? Grote kans van niet! Een opname van dit werk is namelijk niet bekend. Binnenkort is tweemaal mijn vertolking ervan te beluisteren tijdens concerten in samenwerking met het Amersfoorts Kamerkoor onder leiding van Rienk Bakker. Daarnaast spelen we samen ‘O Crux Splendidior’ van Sebastiaan van Steenberge voor koor en cello. Wees welkom om te komen luisteren op 19 of 25 maart.

Over Marius Flothuis en de cellosonate:

Marius Flothuis (1914-2001) is onterecht een voor velen onbekend figuur uit het Nederlandse muziekleven van de 20ste eeuw. Hij was opgeleid als pianist en musicoloog, en vanaf 1937 in dienst als assistent-artistiek leider van het Concertgebouworkest. Ondanks het feit dat hij autodidact was kregen zijn werkzaamheden als componist vanaf datzelfde moment grotere aanzien na een succesvolle doorbraak met zijn ‘Vier Morgenstern Liederen’. De oorlog die volgde was voor hem een moeilijke tijd omdat hij getrouwd was met een half-joodse vrouw en zich ook niet wilde aansluiten bij de door de bezetter opgelegde ‘kultuurkamer’. Hij dook onder maar werd verraden, en werd gevangene in verschillende kampen. Aldaar bleef hij componeren om een positieve tegenkracht te bieden aan al het verschrikkelijke. In 1969 schreef hij een proefschrift over de muziek van Mozart; hij gold dan ook als een gerespecteerd Mozartkenner in binnen- en buitenland. Daarnaast beklede hij in de jaren 70 en 80 de positie van hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en was artistiek leider van het Concertgebouworkest. Deze boeiende, veelzijdige en alom geprezen persoonlijkheid overleed in 2001.

De sonate voor violoncel solo (1937) van zijn hand heeft u hoogstwaarschijnlijk nooit eerder gehoord. Zover bekend zijn hier nooit opnames van gemaakt. Het betreft een driedelig sonate in ouderwetse da chiesa-vorm (langzaam-snel-langzaam). Flothuis zijn fascinatie voor de muziek van Mozart komt terug in zijn composities op een manier waarin transparantie en elegantie de boventoon voeren. Daarnaast zijn er Frans-impressionistische elementen te herkennen. De sonate is geschreven voor cellist/architect Leo Waterman die vele bekende gebouwen in Amsterdam ontwierp alsmede het oude conservatorium in Den Haag.